top of page

Liep u al in Diestrond(t)?

  • Foto van schrijver: Peter van Topbestemming België
    Peter van Topbestemming België
  • 15 feb 2021
  • 10 minuten om te lezen

Het flauwe woordmopje vergeeft u me hopelijk wel. Maar nog meer hoop ik dat u nà het lezen van dit artikel ook zult begrijpen dat een tripje naar Diest hoog op uw (COVID) bucket list moet staan en dat de vergelijking met excrementen enkel maar het mopje dient.

Natuurlijk zijn er over Diest al heel wat brochures en websites. Topbestemming België zal ook nu weer zijn reputatie waarmaken om toch nét iets anders naar de zaken te kijken en u te verrassen met weetjes waarvan u toch even de wenkbrauwen optrekt!


Diest is authentiek en de verschillende eeuwen geschiedenis zijn nog altijd overduidelijk aanwezig in de stad.

Afhankelijk van uw voorkeuren, kan u dit tripje uitbreiden met ontspannen in het Provinciaal domein Halve Maan en een wandeling in het prachtige natuurgebied Webbekoms Broek of op de vesten. In Diest zelf kan u gemakkelijk het grootste gedeelte van een dag doorbrengen, afhankelijk van het seizoen en de dag waarop u het bezoek doet. Mijn bezoek gebeurde in twee fasen: in 2019 bezocht ik het begijnhof en in februari 2021, in volle COVID pandemie en tijdens één van de koudste weken van de afgelopen tien jaar bij temperaturen van -7°C...


We zullen onze trip doen in omgekeerde historische volgorde. Volgt u mee?

Van heden naar verleden: Citadel van Diest

Diest is gelegen op de grens van het Hageland en de Kempen aan de uitlopers van de Hagelandse heuvelruggen (Zie o.a. blogpost "Parels van het Hageland"). Zo komt het dat Diest omgeven is door enkele heuvels. Op de hoogste heuvel vindt u de Citadel.


Onze trip door de geschiedenis begint bij de meest recente geschiedenis van ons land.

Bij het woord "citadel" denkt u spontaan aan Dinant of Namur. Diest is de enige Vlaamse stad waar een citadel gebouwd is. Tot 2011 was dit bolwerk in gebruik door Defensie en huisvestte het het 1e Bataljon Parachutisten (1 Para). Deze locatie riep bij uw blogger heel wat nostalgie op. Ook ik heb een stuk van mijn leven aan Defensie gegeven, en wel in Fort IV te Mortsel waar eertijds het 99Bn Log gevestigd was; ik zal u niet vervelen met het verschil uit te leggen tussen een fort en een citadel :)


Dit complex is vandaag nog steeds eigendom van de Belgische Staat.


Bovenop het bolwerk vindt u een gratis parking waar we onze trip starten. De exacte locatie vindt u hier.



De citadel zelf is enkel te bezoeken met een gids. Er is een museum gevestigd en u vindt er een gedenksteen voor lt. kol. Edouard Blondeel, de stichter van het bataljon Parachutisten. Dit beroemde bataljon ging o.a. de Belgen ontzetten die in 1960 halsoverkop van Belgisch Congo moesten terugkeren. In het meer recente verleden maakten ze deel uit van de vredesmacht in ex-Joegoslavië.

WTF! Waarom had Diest een citadel nodig?

Misschien had u iets verwacht in de stijl van een Middeleeuws kasteel met kantelen en ophaalbruggen?

Voor we dat hoofdstuk aanvatten, laat ik u even mee genieten van het uitzicht op Diest en de zonsopgang (maar u moet wel vroeg genoeg komen).


België werd onafhankelijk in 1830. Toch deed de prins van Oranje in 1831 een ultieme poging om België opnieuw te veroveren. Men dacht tot dan dat de Kempen voor een voetleger vrijwel ondoordringbaar waren. Niets bleek minder waar en de Hollanders bezetten Diest opnieuw tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Enkel met Franse hulp kon de stad ontzet worden.


Daarop besloot de toenmalige Minister van Oorlog dat Diest een bolwerk moest worden met vesten, poorten en een citadel. Men bouwde verschillende jaren aan dit bolwerk dat nooit diende voor het doel dat men voor ogen had. De volledige geschiedenis vindt u eenvoudig met een Google zoekopdracht. Tot op vandaag zijn er restanten van de vesten en de poorten bewaard op verschillende plaatsen rond de stad.


Aan de inrit van de parking ziet u de trap naar beneden. Eerst genieten we nog even van het zicht over Diest bij opkomende zon.

De mooie Sint Sulpitiuskerk domineert de ganse stad. U vraagt zich misschien af wat dat onnozele kapje op de toren betekent. Enige megalomanie was de Diestenaren niet vreemd. Blijf zeker lezen voor sappige details :)

Allerheiligenberg met kapel


Als u de trap naar beneden neemt, komt u uit op de Allerheiligenberg. Plots staan we in het Diest van de 17de eeuw. Hier stond reeds in de 14de eeuw een kapel die verschillende keren vernietigd werd en terug opgebouwd. In 1854 werd de kapel afgebroken voor de bouw van de citadel en onmiddellijk heropgebouwd op wat toen de Kluisberg heette.


De kapel is maar zeer beperkt toegankelijk en nog ieder jaar vindt er hier een "beganckenis" plaats, een bedevaart. Wat uniek is in België, is dat bedevaarders nog ex-voto's meebrengen. Iemand die bidt om verlost te worden van een hardnekkige hoofdpijn, brengt dan bijvoorbeeld een beeldje in de vorm van een hoofd mee of koopt er eentje ter plaatse.


Binnen in de kapel staan ongeveer 100 heiligenbeeldjes. Ze is enkel toegankelijk op zondag en in de week na Allerheiligen. Het eeuwenoude ex-voto gebruik bestaat hier nog!

De Roskam en de Schoone Lieve Vrauwe

We wandelen verder de Allerheiligenberg naar beneden. Op nr. 14 vindt u het 16de -eeuwse huis "De Roskam" dat opgetrokken is in hout en leem. Vroeger werden hier paardenmarkten gehouden tot ze naar een ander plein verhuisde waar we deze trip zullen eindigen.



Aan de overkant vindt u de "Schone Lieve Vrauwe". Het pand werd gebouwd rond 1775. Toen de citadel nog door de para's in gebruik was, was hier jarenlang een café. De cafébaas had drie dochters wier schoonheid geroemd werd door de soldaten. Of de naam van het huis daaraan ontleend is of aan het beeld in de nis in de gevel, laat ik geheel aan uw verbeelding over!


We wandelen gewoon rechtdoor tot u de Grote Markt voor u ziet.

Grote Markt

Hier hangt zoveel sfeer en zoveel geschiedenis dat ik u enkel maar kan aanraden om voldoende tijd te nemen om dit prachtige plein en zijn magnifieke gebouwen goed te bekijken. Op het ogenblik van mijn bezoek woedde de COVID crisis volop en was de horeca gesloten maar het is hier bijzonder aangenaam toeven!



De smalle omliggende straatjes en steegjes maken meteen duidelijk dat hier niet zoveel is veranderd sinds.... de 15de-16de eeuw... Bovendien bleef Diest grotendeels gespaard van de 16de eeuwse Beeldenstorm zodat er heel wat overblijft uit die boeiende periode.

In den Keyser

Dit statige 17de eeuwse gildenhuis was de vergaderplaats en blijk van de grote macht van de schuttersgilde St. Sebastiaan. Het is een prachtig voorbeeld van de Vlaamse Renaissance.


Aan veel huizen op dit middeleeuwse plein hangt een verhaal. Ze allemaal vertellen, zou ons waarschijnlijk veel te ver leiden. Er bestaan genoeg websites waar u informatie kan vinden over de bijzonder rijke geschiedenis van deze stad.

Wat u nu misschien moet weten, is dat Diest zich in de 15de eeuw jarenlang heeft ontwikkeld rond de lakenindustrie. Door de verminderde vraag ging deze industrie teloor. Ondertussen waren ook de Heren van Diest uitgestorven en kwam de heerlijkheid in de 16de eeuw in handen van de Prinsen van Oranje.


Veel bewoners waren weggetrokken door de jarenlange troebelen en de Spaanse bezetting.


De lakennijverheid was verdwenen, de talrijke paardenmarkten werden niet meer gehouden; wat overbleef, waren talrijke bierbrouwerijen. Ook daarvan komen we op onze wandeling nog sporen tegen.


Meer dan 300j zal Diest in handen blijven van Oranje en tot op vandaag draagt de vroegere koningin Beatrix de titel "Barones van Diest".

Rest van de Grote Markt


Op de website van de Toeristische Dienst vindt u een schat aan informatie over de verschillende huizen op dit prachtige plein.

Het bronzen standbeeld is van de 16de eeuwe Diestse humanist Nicolaes Cleynaerts die in die tijd maar liefst 7 talen sprak en die probeerde de Arabieren te winnen voor de katholieke kerk.


Nicolaes Cleynaerts overleed in Granada (Spanje) dat in die tijd door de Arabieren werd bezet.

St. Sulpitiuskerk


Niet het stadhuis, maar de imposante kerk trekt onmiddellijk de aandacht op dit Middeleeuwse plein.


Een typischer voorbeeld van Demergotiek kan u zich niet indenken. De roestbruine ijzerzandsteen is het meest typerende hiervan. Onder het hoogkoor bevindt zich in een grafkelder de laatste rustplaats van Filips Willem van Oranje-Nassau (1554-1618) oudste zoon van Willem van Oranje. Zijn hart en ingewanden werden apart begraven omdat het lichaam gebalsemd werd.


Herinnert u zich nog het kapje op de toren? Ook al duurde bouw meer dan 2 eeuwen, toch viel de constructie uiteindelijk stil wegens.... geldgebrek. Opvallend aan de kerk is de vieringtoren, die bekend werd onder de bijnaam “Mosterdpot”. Hierin werd in 1671 een beiaard geplaatst, die tegenwoordig bestaat uit 47 klokken.


Deze prachtige middeleeuwse kerk doorstaat met gemak de vergelijking met de Sagrada Familia in Barcelona. De bouw ervan duurde maar liefst 210 jaar!

De kerk herbergt verschillende kunstschatten; jammer genoeg was ze bij mijn bezoek gesloten als COVID voorzorgsmaatregel.

Stadhuis

Schuin tegenover de kerk siert het vroeg-classistische stadhuis uit de 17de eeuw het plein. Oorspronkelijk stonden hier drie afzonderlijke 14de eeuwse gebouwen. De kelders zijn echter bewaard en huisvesten het stedelijk museum.


U vraagt zich misschien af waarom er amper mensen of auto's te zien zijn op de foto's? Het geheim daarvan is eenvoudig: kom op tijd :) U ziet aan de lichtinval dat de zon nog vrij laag staat. Het was dan ook niet later dan 8u30...

Omgeving Grote Markt

We blijven nog even in de Middeleeuwen hangen voor we het volgende tijdvak binnenstappen. Aan de zijkant van de St. Sulpitiuskerk slaan we het smalle Schotelstraatje in en wandelen we rond het blok naar de Lakenhalle. De achterkant is namelijk mooier bewaard dan de voorkant. Tijdens mijn bezoek waren er werken aan de gang maar het ommetje blijft de moeite waard.


Lakenhalle

Vlaanderen stond tijdens de Middeleeuwen bekend voor de lakenindustrie. Dat was in Diest niet anders. In 1432 woonden hier al 10.000 mensen en was de lakennijverheid op haar hoogtepunt. Wegens afnemende vraag, pestepidemies en politieke instabiliteit trokken veel mensen weg uit Diest en dat betekende de ondergang van de ganse industrie. Bijna een eeuw later was er nog een korte heropflakkering maar toen doofde de ganse nijverheid uit.


Wat u ziet aan de voorkant is een 19de eeuwe aanpassing. De zijkanten tonen het gebouw echter in zijn 14de eeuwse staat. Het kanon op de foto is "Holle Griet" maar werd nooit gebruikt voor de verdediging van de stad.

In de loop der jaren werd dit prachtige gebouw o.a. gebruikt als opslagplaats en feestzaal.

St. Elisabethgasthuis

We volgen even de Koning Albertstraat tot we de poort tegenkomen van het vroegere St.-Elisabethgasthuis.


Tot voor enkele decennia was he ganse complex in handen van de gasthuiszusters Augustinessen. Op de website van Toerisme Diest vindt u de ganse geschiedenis van die boeiende pand.


We wandelen door het steegje als het ware het volgende tijdvak binnen

Brouwerij Cerckel

Na de teloorgang van de lakenindustrie bloeide de brouwnijverheid al snel op. De Demer stroomde immers door de ganse stad. In 1900 telde Diest nog maar liefst 43 werkende brouwerijen.


U vindt de brouwerij hier.



Cerckel was één van de belangrijkste brouwers van de stad. De brouwersfamilie verwierf de achtergelegen gronden waar ooit de Minderbroedersabdij stond. De poort naast de brouwerij is alles wat daarvan overblijft.



Onder het bronzen standbeeldje van de bierproever leest u volgend gedicht


Als ik wild enthousiast

- misschien iets te fel -

bij het standbeeld van de bierproever

vertel

dat het hier

in deze straat

als een ode

aan het goddelijke gildenbier

staat

onderbreekt mijn kleinzoon

me snel

"Dat wist ik allemaal wel",

denkt na

vraagt dan "Opa,

stond jij hiervoor model?"


Refugiehuis van Tongerlo "Het Spijker"

Onze volgende stop bevindt zich amper 100m van de brouwerij en is een kruispunt van verschillende tijdvakken Diestse geschiedenis. Het Spijker is het oudste.


De Google Maps locatie vindt u hier.


De naam dekt perfect de betekenis van dit gebouw. In woelige tijden zochten de monniken van de nabijgelegen abdij van Tongerlo hier een veilig onderkomen. Vandaag is het gebouw privé eigendom.

De Demer

Het lijkt een onooglijk riviertje, een beek bijna. Maar net zoals de Dender voor Dendermonde, de Schelde voor Antwerpen en de Dijle voor Mechelen was de Demer voor Diest gedurende eeuwen bijna de levensader van de stad.

Rond de jaren 1960 was de rivier echter herleid tot een open riool die stankoverlast en ongedierte meebracht. Men besliste om de de Demer volledig te overkappen wat dan weer tot regelmatige wateroverlast leidde in Diest.



Recent besliste men om in het kader van een urbanisatieproject de Demer opnieuw open te maken en zo het stadsbeeld van Diest opnieuw meer authentiek te maken. Tegelijk dient de Demer als van oudsher om het overtollige hemelwater op te vangen; Er werd een wandelpad aangelegd en ook verschillende historische bruggen en andere plekken werden in ere hersteld. Toen ik er was, was de ganse Demer bevroren!

Classicisme en art-deco op een zakdoek

Als u van op het brugje even rond kijkt, vallen u ongetwijfeld de mooie huizen op uit de art-deco periode rond 1900.



Als u zich omdraait, ziet u de witte classistische gevel naast het moderne flatgebouw. Dit gebouw noemt men in de volksmond "De Helle". Allicht een verbastering van "el", de vroegere lengtemaat omdat dit pand ooit werd bewoond door een meester-kleermaker. Het dateert uit de 18de eeuw.

De Kaai en de Paardentrap

We wandelen nu opnieuw richting Grote Markt langs de Demerstraat. Automatisch komt u uit bij de Kaai.


Dit pleintje was vroeger het centrum van de scheepvaart op de Demer. Men voer er met kleine sloepen om goederen te transporteren. De houten kade lag deels op en deels naast het water.



Hier vindt u de ligging op Google Maps.


Bij het opnieuw openleggen van de Demer, vond men de paardentrap in vrijwel intacte staat terug. Langs deze helling trokken de paarden de lasten die langs het water waren binnen gebracht.


Ezeldijkmolen

Deze dubbele watermolen met drie raderen had twee functies: graanmolen en schorsmolen. De molen ontleent zijn naam aan het schors dat door ezels werd aangevoerd, vervolgens gemalen en gebruikt door de huidenvetters in de stad.


Gebouwd in 1553 werd hij geëxploiteerd door de Oranjes en bleef in dienst tot maar liefst 1946.


Als u geluk hebt, kan u de ooievaars zien terugkeren van hun winters verblijf in het zuiden.

Begijnhof van Diest

De trouwe lezer van deze blog weet dat ondergetekende iets "heeft" met begijnhoven. Via de Begijnenstraat bereikt u het poortgebouw. Voor een Antwerpenaar een speciale ervaring. In Antwerpen verwijst men immers naar de gevangenis als "hotel de Houten Lepel in de Begijnenstraat".


De meeste resterende huizen dateren uit de 17de-18de eeuw. Het begijnhof gaat echter terug tot de 14de eeuw en is van het stadstype waarbij de huizen niet rond een centraal plein staan maar langs straten. Het begijnhof was wel een gesloten hof dat na de Franse revolutie officieel werd opgeheven. Een kleine honderd begijnen keerden achteraf wel terug.



Tijdens de bloeiperiode van de 17de eeuw woonden hier ongeveer 400 begijnen! Nog voor WOII waren alle begijnen echter vertrokken en sinds 1998 staat het begijnhof ingeschreven op de UNESCO lijst van werelderfgoed.


Warandepark, culminatiepunt van Diestse geschiedenis

We sluiten deze trip af op een plein waar werkelijk alle geschiedenis van Diest samenkomt, door de eeuwen heen!


U vindt de Graanmarkt hier.


Ik stel u voor om weerom "contrair" te doen en te beginnen bij het meest recente verleden.


Op de kop van het plein ziet u het monument van de gesneuvelden zoals u dat in de meeste Vlaamse steden en gemeenten terugvindt. Midden op het plein vindt u een moderne sculptuur die verwijst naar de talrijke smeden die hier actief waren op de grote paardenmarkten die eerst op de Allerheiligenberg plaats vonden, later hier.


Het witte gebouw en torentje behoren toe aan het vroegere Predikheren klooster annex kerk.

Ingang van het Warandepark

Bij testament schonk de befaamde dokter Henri Verstappen zijn huis en de achterliggende gronden inclusief getuigenheuvel aan de Stad Diest in 1939. Op deze heuvel stond ooit het kasteel van de Heren van Diest. Vandaag zijn daar nog slechts enkele fundamenten van te zien.



In dat zelfde testament had hij bepaald dat zijn woning als ingang van het in te richten park moest dienen. Zijn woning zelf werd daartoe afgebroken en vervangen door de huidige poort. De beelden zijn afkomstig van het oude Noordstation te Brussel.

Hof Van Nassau

In 1510 liet de Prins van Oranje-Nassau deze residentie bouwen die hij gebruikte wanneer hij in de stad was. Het bleef gedurende 3 eeuwen(!) een prinselijke residentie.



De toren was een teken dat de prins het mandaat had om recht te spreken. Maar... zelfs de prins mocht de doodstraf niet alleen uitspreken!


Hier eindigt ons dagje Diest. Hopelijk geniet u evenveel van uw stadstrip als ik van het maken van dit artikel!






Comentarios


© 2021 Peter Vantieghem. Alle foto's, teksten en beschrijvingen zijn auteursrechterlijk beschermd. Misbruik en ongeoorloofd gebruik wordt vervolgd.

Bevalt deze site u?

De creatie van de inhoud kost veel tijd en geld.

Denkt u aan Peve Visuals voor uw fotoshoot?

bottom of page